Geschatte leestijd: 3 minuten
Afgelopen zaterdag ging, in grote tegenstelling tot de meeste zaterdagen, mijn wekker al om 5:00 uur ’s ochtends. Wat die dag volgde was een mooie onverwachte uitdaging en een waardevolle les.
Vandaag stond namelijk een heel mysterieus uitstapje van mijn werk gepland. Het enige dat ik er vooraf vanaf wist was dat er om 7.00 uur ’s ochtends een bus vertrekt vanaf kantoor en dat ik een dagrugzak, wandelschoenen en mijn paspoort mee moest nemen. En eventueel een set reservekleren. Dat klonk alvast niet als een uitje naar het Stedelijk Museum in Amsterdam en dat was het dan ook allerminst.
Eenmaal in de bus zette de chauffeur koers richting ’s Hertogenbosch, Antwerpen, vervolgens Brussel en verder zuidwaarts, tot we uiteindelijk bij Dinant van de snelweg afgingen. Midden in de Ardennen!
In de loop van de ochtend kwamen we aan bij een camping genaamd Pont-à-Lesse. Hier werd dan eindelijk de hele sluier opgelicht, voor het ochtendprogramma kon je kiezen uit klettersteigen of rotsklimmen en ’s middags volgde een kanotocht. Dat zijn de betere bedrijfsuitjes!
Ik koos zelf voor het klettersteigen. Klettersteigen is een vorm van rotsklimmen waarbij je gezekerd bent aan een dikke stalen kabel die over de rotswand is gespannen. Je hebt zelf een gordel met twee karabiners (een soort haken) om. Die karabiners bevestig je dan aan de kabel en vervolgens klim je dan via de rots zelf en via op de rots geplaatste stalen sporten (‘nietjes’ in jargon) naar boven. Je hebt twee haken omdat je jezelf bij punten waar de kabel aan de rots verankerd zit even los moet maken en je karabiner na het ankerpunt weer vast moet maken aan de kabel. De tweede karabiner laat je dan vastzitten totdat de eerste weer aan het stuk kabel na het ankerpunt is bevestigd, om te voorkomen dat je helemaal niet meer aan de kabel zit en zou kunnen vallen.
De eerste paar meter omhoog gingen prima, maar al snel werd het al wat technischer. Ik zag niet meer zo snel waar ik nu mijn handen en voeten neer kon zetten om verder te komen en daardoor raakte ik enigszins in de stress. Er zaten immers mensen achter mij aan de kabel die ook naar boven wilden en ik hield hen nu op doordat ik niet wist hoe ik verder moest. Ook kon ik mezelf alleen maar uit mijn positie bevrijden door verder te gaan over het parcours, maar ik kwam er niet uit hoe dan. Ik kreeg daardoor ook het gevoel dat ik als het ware opgesloten zat op de rots. Er waren wel twee instructeurs op de rots, maar de ene zat helemaal voorop de route en de andere zat helemaal achterop en ik zat in het midden, buiten hun zicht. Hierdoor was ik dus behoorlijk op mezelf aangewezen, terwijl ik nog nooit eerder aan klettersteigen had gedaan.
Al deze zaken helpen natuurlijk niet echt mee als je rustig wil blijven. Terwijl die rust nu juist datgene is wat je nodig hebt om creatief te kunnen denken en een probleem op te lossen. Gelukkig had degene achter me door dat ik er niet helemaal uitkwam en hij deed wat suggesties over hoe ik verder kon en dat werkte gelukkig. Sterker nog, de stappen die ik moest zetten waren zelfs ontzettend simpel. Ik zag ze zelf alleen niet doordat ik gestrest was, ookal zat ik er vrij letterlijk met mijn neus bovenop.
Mijn take-away van vandaag was dan ook dat stress een ontzettende hindernis kan zijn als je een -ogenschijnlijk- ingewikkeld probleem moet oplossen en dat je nooit te trots moet zijn om iemands hulp te vragen of te accepteren. De zaken kunnen immers wel eens een stuk simpeler liggen dan je zou denken.
En het is met deze wijze les dat ik morgen voor een nieuwe trektocht naar Schotland vertrek! Hoe dat zal gaan lees uiteraard weer hier, dus stay tuned!