Geschatte leestijd: 11 minuten
In deel één van mijn reisverhaal vertelde ik over de eerste helft van de grote tocht, The West Highland Way. Over hoe we in vier dagen tijd van Douglas Street in Milngavie naar het By The Way Hostel in Tyndrum waren gelopen. Over de zware derde dag die wel heel mooi eindigde in The Drovers Inn, een echte Schotse pub. Over hoe weinig regen we voor Schotse begrippen tot dan hadden gehad en over de camping perikelen in Drymen en Salochy Bay. Inmiddels was na onze rustdag in Tyndrum de tijd daar om verder te lopen naar Fort William, het eindpunt van de tocht. Hier zouden we weer vier dagen over doen. Benieuwd hoe dat ging? Lees dan vooral verder.
Dag 6: Tyndrum – Inveroran Hotel (18km)
’s Ochtends begonnen we aan de vijfde etappe van onze wandelreis door Schotland. Deze voerde vanaf ons hostel in Tyndrum naar de volgende stop: Inveroran Hotel. Om daar te komen liepen we over een oude militaire weg door het dal. Het was een beetje druilerig, waardoor er veel laaghangende bewolking tussen de heuveltoppen hing. In de loop van de ochtend klaarde het echter steeds verder op en na verloop van tijd liepen we zelfs in de zon.
We waren ook nog getuige van een schaapsherder die met zijn hond bezig was zijn schapen in de juiste richting over de berghelling te jagen. Mooi om dat eens van dichtbij te zien.
Rond het middaguur kwamen we bij de Bridge of Orchy. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een brug over de gelijknamige rivier. Bij deze brug bevond zich ook het Bridge of Orchy Hotel, waar we even stopten voor een kop koffie. Dat was een leuke verrassing, want we gingen er eigenlijk van uit dat we deze etappe geen eet- of drinkgelegenheid zouden tegenkomen.
Tot onze verbazing concludeerden we hier ook dat we op nog hooguit een uur lopen van onze bestemming voor die dag waren. Om twee uur kwamen we dan ook al aan bij Inveroran Hotel. We waren er zelfs eerder dan onze bagage, die voor de meesten per busje werd vervoerd. Rond de klok van drie was de bus dan eindelijk daar en konden we onze tenten opzetten om een nacht te gaan wildkamperen op de Schotse Hooglanden. Veel later had het busje overigens niet moeten komen, want terwijl we de tentjes nog aan het opzetten waren begon het behoorlijk hard te regenen. We stonden midden in het open dal, dus je kon de bui letterlijk zien hangen. Het ziet eruit als een soort zilveren gordijn dat van onder een wolk over het landschap glijdt. Tijdens het wachten merkten we ook dat de wind vanaf die bui onze kant op staat, dus wie één en één is twee bij elkaar kan optellen weet dat je dan vroeg of laat de sjaak bent.
Wellicht dat sommige lezers nu denken ‘wacht even hoor, dus jij bent gaan wildkamperen op een plek die Inveroran Hotel heet. Hoe zit dat?’ Wildkamperen is maar op een beperkt aantal plekken toegestaan in Schotland en het veld waar wij stonden lag vlak in de buurt van dit kleine trekkershotelletje langs de route, dus vandaar dat deze stop deze naam kreeg, ondanks dat we in het veld ernaast stonden. We mochten indien gewenst ook gebruik maken van hun faciliteiten zei de eigenaar, dus dat betekende dat vrijwel direct nadat we in de regen de tentjes hadden opgezet het overgrote deel van de groep -inclusief mezelf- naar de pub van het hotel vertrok om bij een kop koffie of een pint bier weer een beetje op te warmen. Wildkamperen betekent in dit geval dus gewoon dat je ergens op een veldje je tent opzet, zonder dat daar verder een camping of iets dergelijks is. Dat zich 400 meter verderop een hotel met restaurant bevond was puur toeval.
Dag 7: Inveroran Hotel – Glencoe Mountain Resort (19km)
’s Morgens vroeg pakten we ons boeltje alweer in voor de zesde dag lopen. De bestemming van vandaag was Glencoe Mountain Resort, een kleine wintersportlocatie op 19 kilometer lopen.
We liepen nu echt door de highlands. Bomen waren er nauwelijks meer en de heuvels waren slechts begroeid met lang gras, waardoor je prachtige uitzichten had op de dalen en heuvels om ons heen. Om al dit natuurschoon helemaal af te maken brak in de loop van de ochtend de zon ook nog eens mooi door!
We liepen gestaag door en aan het begin van de middag kwamen alweer aan bij Glencoe Mountain Resort. ’s Winters kun je hier skiën, maar in de zomer is het een populaire stop voor wandelaars, mountainbikers en andere buitenlui. Na ons tentje te hebben opgezet en te hebben geluncht ging een deel van de groep nog de nabij gelegen berg op. Aangezien dit nog een stevige klim was en we morgen en de dag erna ook nog twee pittige wandeldagen zouden krijgen, liet ik deze beklimming even aan mij voorbij gaan.
’s Avonds hebben we weer met zijn allen gekookt op de camping. Bij ons was het nog steeds lekker zonnig, maar aan de andere kant van het dal kon je wel een aantal regenbuien voorbij zien trekken. Gelukkig stond de wind zo dat ze niet naar ons toe kwamen. Zodra de zon weg was, koelde het door de felle koude wind wel snel af, dus doken we maar het restaurantje van de camping in om een beetje op te warmen.
Dag 8: Glencoe Mountain Resort – Kinlochleven (23km)
Vandaag zouden we echt een stuk over de bergen moeten lopen om naar de volgende halte te komen: het dorpje Kinlochleven. Vanaf Glencoe Mountain Resort liepen wij westwaards, verder het dal in. Terwijl we hier liepen kwam ons op een gegeven moment een aardige regenbui tegemoet. Je kon dit vrij duidelijk zien aankomen, omdat er verderop een soort grijs gordijn in het dal hing en je daar achter steeds minder van de verderop gelezen bergen kon zien. Wij hadden wind tegen tijdens het lopen, dus vroeg of laat zouden wij aan de beurt zijn voor een nat pak.
Er vielen eerst een paar spetters, maar zo ongeveer op het punt dat wij aan de roemruchte Devil’s Staircase wilden beginnen, begon het echt hard te regenen.
Devils Staircase is een steile klim naar de top van een 550 meter hoge heuvelrug. Het eindpunt van de Staircase is het hoogste punt van de West Highland Way. De klim is op zichzelf niet heel uitdagend, ondanks wat de naam wellicht doet vermoeden. Als je je even kwaad maakt ben je zo boven, maar het uitzicht over het dal was er niet minder om! Wat het nog extra spectaculair maakte is dat bij ons de zon alweer was gaan schijnen toen we boven waren, maar dat de regenbuien wel nog in het dal hingen. Het was een heel mooi gezicht om die wolkenpartijen met regensluiers te zien hangen en daarachter nog vaag de silhouetten van de heuvels te zien. De naam Devils Staircase refereert overigens niet naar de uitdaging waar de klim hedendaagse wandelaars voor stelt. De helling kreeg deze naam van militairen die hier in de achttiende eeuw bouwmaterialen naar boven moesten krijgen om de Old Military Road aan te leggen.
Na verder een mooie tocht over de heuvels in het zonnetje kwamen we in de middag op onze bestemming voor vandaag aan: het dorpje Kinlochleven. Hier stonden we op een prachtig aan het laatste puntje van Loch Leven gelegen camping. In de avond was het zonnig en windstil en lekker warm.
Klinkt goed, zou je denken. Alleen die drie factoren, warm, windstil en water vormen ook een waar paradijs voor de midges! Dit is een insectensoort waar Schotland berucht om is. Het zijn vliegjes die ongeveer zo groot zijn als fruitvliegjes. In tegenstelling tot fruitvliegjes bijten midges mensen op zoek naar bloed en zwermen ze met miljarden tegelijk rond. Ik was maar wat blij dat ik in Glencoe een muskietennetje voor over mijn hoofd had gekocht, dat bood nog enigszins bescherming tegen deze beestjes. DEET en allerlei andere anti-muggen middeltjes haalden vrij weinig uit. We waren de midges al wel eerder tegengekomen, maar hier was het wel heel erg. Gelukkig bood ook het campingrestaurant enige bescherming.
Dag 9: Kinlochleven – Fort William (25km)
Vanuit Kinlochleven begonnen we aan alweer de laatste etappe van de West Highland Way. Aan het eind van de dag zouden we aankomen in Fort William, de eindbestemming van de tocht. Voordat we daar aankwamen moesten we alleen wel nog een etappe van ongeveer 25 kilometer dwars over de bergen volbrengen. Daarom gingen we ’s morgens ook al vrij vroeg weg van de camping. Direct na het verlaten van de camping zouden we al beginnen aan een stevige klim die ons over een afstand van één kilometer tweehonderd meter de hoogte in zou voeren. Daar kwam nog eens bij dat het die ochtend warm en echt ontzettend vochtig was. Na een paar passen lopen parelde het zweet al langs mijn gezicht. Het venijn zat hem vandaag dus aan het begin.
Eenmaal boven liepen we half in de wolken verder door de heuvels en uiteindelijk kwamen aan het eind van de vallei waar aan het andere eind Fort William zou liggen. Nu was het hoofdzakelijk een kwestie van afdalen. Dat klonk nog makkelijker gezegd dan gedaan. Het was nog steeds een enorm eind lopen, de zon was aardig aan het doorbreken, waardoor het naast heel vochtig ook nog eens heel warm werd en het pad lag bezaaid met losliggende keien en andere grote stenen. Je kon dus niet echt lekker doorstappen, omdat je continu moest opletten waar je je voeten neerzette.
En na een tijdje begon het te regenen, waardoor het alleen maar nog vochtiger werd. Ondanks het prachtige landschap vond ik deze laatste etappe behoorlijk afzien.
Na een aantal uur lopen begonnen we dan toch echt in de buurt te komen van Fort William. We konden ineens de Ben Nevis zien liggen en aan de andere kant van deze berg lag Fort William!
De route liep om de berg heen en het was nu nog hooguit een paar uurtjes lopen tot we het officiële eindpunt te bereiken. Tegen het einde namen we even een alternatieve route om een drukke autoweg te vermijden en rond vier uur ’s middags liepen we dan over High Street in Fort William! Aan het eind van de straat was een grote metalen strip aangebracht die het eindpunt van deze prachtige wandelroute markeert. Na een uitblaas- en fotosessie bij het finishbord zochten we de pub op voor een welverdiende pint en een goede maaltijd. In deze pub, de Ben Nevis Bar genaamd, waagde ik mij zowaar aan een portie gevulde kip, met daarin haggis. Ondanks alle verhalen over haggis, was het heerlijk. Ik kan het van harte aanbevelen!
Dag 10: Fort William (rustdag)
Een aantal mensen uit de groep had nog voldoende energie over om de Ben Nevis te gaan beklimmen. Dat is best een zware tocht, want je begint op zeeniveau en de berg is ruim 1300 meter hoog. Hoewel het heel goed weer was voor een beklimming, deden de afgelopen vier wandeldagen in combinatie met al die hoogtemeters enige Ben Nevis top-aspiraties van mijn kant vrijwel direct de das om. De Ben Nevis schijnt ook ongeveer 350 dagen in het jaar met de top in de wolken te zitten, maar vandaag was de top geheel zichtbaar. Uniek momentje dus.
In Fort William is buiten High Street eigenlijk niet zoveel te beleven, dus we vermaakten ons deze dag met het bezoeken van een museumpje over de omgeving, souvenirs kopen, een beetje in een parkje zitten, rondslenteren en hier en daar een kop koffie drinken.
’s Avonds hadden we met de hele groep afgesproken om op de laatste avond in Schotland met zijn allen te eten. Een best heel goed Indiaas restaurant bleek de enige eetgelegenheid in het stadje die groot genoeg was om voor ons allemaal tegelijk, we waren met achttien personen, een maaltijd te serveren.
Dag 11: Fort William – Glasgow – Schiphol
En vandaag zat onze reis er alweer op. Tegen het eind van de ochtend pakten we vanuit Fort William een snelbus die ons in een keer naar het vliegveld van Glasgow bracht. De route die de bus reed voerde wel langs heel veel plekken waar we ook hadden gelopen, dus het was best grappig om dat weer terug te zien. Om vijf uur ’s middags stegen we op en rond de klok van acht in Nederlandse tijd zetten we weer voet op eigen bodem.
Samenvattend is de West Highland Way een prachtige wandeltocht met adembenemend natuurschoon. Ik kan er niet omheen dat het sommige momenten ook een hele zware tocht was, ook als gevolg van weerscondities en niet te vergeten de midges. Dit mag wat mij betreft de pret niet drukken. Het was een supermooie, uitdagende tocht met een leuke groep mensen die ik iedereen die wil wandelen in Schotland zeer warm kan aanbevelen!