×

Geschatte leestijd: 15 minuten

Negen van de tien keer dat ik vertelde dat ik in januari naar Oostenrijk ging, kreeg ik deze vraag terug. Maar ik ging geen van beide doen, ik ging namelijk ijsklimmen! Hoewel? Ging ik überhaupt wel? De weersverwachtingen voor de Alpen waren rond de feestdagen niet best voor wintersporters: het was overdag ongeveer 13 graden op de lager gelegen delen en vanzelfsprekend lag er geen sneeuw. En dus ook geen ijs.

Nog geen maand voor vertrek zag het er somber uit voor mijn nieuwste avontuur. Ik had voor de laatste week van januari een cursus ijsklimmen geboekt bij de Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Heel kort gezegd houdt deze tak van klimmen in dat je op bevroren watervallen naar boven klimt, met behulp van stijgijzers en ijsbijlen. Maar als er met oud en nieuw een heuse januari-hittegolf aan de gang is, bevriezen de watervallen uiteraard niet en valt er niets te klimmen.

Gelukkig kwam de winter in de loop van januari alsnog op gang en konden wij naar Oostenrijk afreizen! In de week voor de cursus en ook tijdens de cursus vroor het flink, dus het ijsklimavontuur kon beginnen.

Maandag 23 januari

Rond acht uur ’s ochtends ontmoetten wij de gids in ons hotel. Wij waren met ons kleine groepje van vier vol verwachting over wat komen zou. Na een korte kennismaking gingen we meteen op pad. De condities waren goed, het was mooi weer en de waterval die de gids op het oog had, was geliefd onder ijsklimmers. Er konden dus wel eens meer kapers op de kust zijn. Als er al klimmers op de locatie zouden zijn, dan zou dat voor ons betekenen dat wij daar niet ook kunnen klimmen. Bij ijsklimmen kunnen er stukken ijs naar beneden komen en dan is het gevaarlijk om onder een andere groep klimmers op of bij een waterval te zijn.

Vandaag hoefden wij niet ver te reizen. Het parkeerplaatsje lag op letterlijk 3 minuten rijden van het hotel en daarna was het nog een kwartier tot twintig omhoog lopen. Hoewel, lopen? Het was een behoorlijk steil paadje met een dik pak sneeuw en hier en daar stapte je op het ijs van een bevroren beekje. Ik glibberde en gleed alle kanten op. Ik kwam er ook al vrij snel achter dat ik, ondanks dat het ongeveer -10 was, veel te warm gekleed was. Een donsjas, thermokleding én dikke handschoenen was gewoon teveel bij zo’n inspanning, dus ik begon al te zweten en mijn bril besloeg de hele tijd. Hop, donsjas uit, in de tas en door.

Gelukkig waren er nog geen andere klimmers bij de waterval van vandaag, dus wij hadden het rijk alleen. Het idee van de gids was om ons eerst maar gewoon te laten klimmen en dan zouden we daarna wel zien wat er nog aan uitleg nodig was. Nadat hij twee touwen had geprepareerd, konden wij in tweetallen ’top-rope’ gaan klimmen. Dat wil zeggen dat je een stuk waterval beklimt en dat het touw daarboven aan een anker bevestigd is. Eén van de twee klimt naar boven, de ander blijft beneden om de klimmer te zekeren.

Daar ging ik dan. Ik schopte mijn stijgijzers tegen het ijs en vervolgens sloeg ik mijn bijlen er in. Ik was aangenaam verrast door hoe stevig dat eigenlijk aanvoelt. Als zo’n bijl stevig zit, kun je je er gewoon met je volle gewicht aan optrekken. Stapje voor stapje ging ik naar boven. Daarna riep ik het commando ‘block!’ naar mijn zekeraar. Hij liet mij weer rustig zakken. Ik had vandaag mijn eerste ijsklimroute geklommen! Hoe gaaf is dat! Gedurende de dag wisselden we een aantal keer om en deden we verschillende oefeningen om onze klimtechniek te verbeteren, zoals klimmen met maar één bijl en het klimmen zonder bijlen. De waterval waarop we dat deden was relatief eenvoudig, maar direct ernaast was ook een wat moeilijker stuk. De waterval waarop we begonnen waren liep diagonaal en in korte trapjes naar boven en hij bestond uit dik, stevig aanvoelend ijs. De waterval ernaast hing echter als een dun, bevroren tapijt aan de rots. Dit ging loodrecht omhoog en het ijs zag er vrij dun uit. Desondanks gingen we erop en ik heb hem nog tot het anker beklommen ook!

Net als met sportklimroutes is er ook voor klimroutes op bevroren watervallen een graderingssysteem. Dat begint bij Water Ice 1 (WI1) en eindigt bij WI8, hoewel er op social media ook over WI9 en zelfs WI13 routes wordt gesproken. WI1 is een route in ijs onder een lage hoek, die je ook zonder speciale ijstools kunt beklimmen en routes krijgen een hogere gradering, naarmate ze steiler worden, er minder rustpunten zijn en het ijs dunner wordt.

De waterval waarop we vandaag als toprope hadden geklommen was de Bafflfall, de routes hierop liepen in moeilijkheid uiteen van WI2 tot WI5.

Aan het eind van de dag reden wij weer terug naar ons hotel in het dorpje Gries im Sellrain. Hier namen wij met de gids nog even de dag door en maakten wij een plan voor morgen. Meestal is de accommodatie bij bergsportreizen tamelijk spartaans, maar hier was het tegendeel het geval! Wij zaten in een comfortabel driesterrenhotel, waar elke avond een heerlijk vijf-gangen-diner werd geserveerd. De kamers waren ruim, de bedden comfortabel en de badkamer had een regendouche. Daar hielden wij het wel een weekje in uit.

Dinsdag 24 januari

Vandaag reden wij helemaal naar het einde van het Lüsenstal. Deze rit van ongeveer een half uur was op zichzelf al een belevenis. De weg kronkelde zich door een wit besneeuwd dal en onder een wolkeloze hemel omhoog. Onderwijl klom de zon over de besneeuwde bergen heen. Ook hier had de gids ons weer gemaand vroeg te zijn, want ook dit is een geliefde waterval.

De spot van vandaag was de Gasthausfall, die in moeilijkheid uiteenloopt van WI2 tot WI4. Gelukkig waren wij ook hier de eersten. Er waren wel wat andere mensen op de been, maar dat waren vooral langlaufers.

Het idee was om vandaag natuurlijk weer veel te klimmen. We zouden een aantal touwlengtes ’top-rope’ doen, maar ook gaan oefenen met het zogeheten voorklimmen en het bouwen van standplaatsen. Voorklimmen wil zeggen dat je als klimmer het touw meeneemt naar boven, in plaats van dat het al voor je klaar hangt. Dat vereist een andere techniek van zekeren en vooral dat je, in het geval van ijsklimmen, ijsboren in het ijs kunt plaatsen en aan het eind van een touwlengte een standplaats (of een anker) kunt bouwen. Vandaag zouden we dat gaan oefenen.

Het plaatsen van boren vraagt wel het een en ander van je als klimmer, omdat je stabiel moet staan en het is een kunst om de boor goed in het ijs te krijgen. Voorklimmen op ijs schiet daarom een stuk minder op dan op rots en het kost heel wat meer energie. Op rots zitten er namelijk al speciale haken in de wand, waar je alleen maar je eigen zekering aan hoeft te hangen en klaar is kees. Hier moet je eerst zelf nog je haak in het ijs krijgen.

In de loop van de middag kwam er een ander stel klimmers bij en we ervaarden meteen waarom het een slecht idee is om ergens te gaan ijsklimmen waar al andere mensen bezig zijn. Deze klimmers wilden de waterval helemaal beklimmen en zouden waarschijnlijk vrij snel weer uit beeld zijn, dus we lieten ze even door. Wij waren immers alleen bij de ‘voet’ van de waterval bezig. Terwijl ze bezig waren kwamen er aardig wat kleine en grotere stukken ijs naar beneden, dus wij gingen maar even aan de kant staan. Sommige stukken waren zo groot als tennisballen, dus daar wil je niet door geraakt worden en al helemaal als je zelf aan het klimmen bent.

Ondanks deze kleine onderbreking was vandaag weer een hele gave en leerzame dag, die we afsloten met een gigantisch stuk apfelstrudel met slagroom en vanillesaus in het nabij gelegen gasthaus.

Woensdag 25 januari

Waren de maandag en dinsdag al een groot avontuur geweest, vandaag ging er een stapje bovenop: onze eerste multipitch route op ijs stond op het programma! We reden hiervoor naar de Kühtaibacherl Fall. Deze lag één dal verder, in het Ötztal en was verscholen tussen de bossen.

De aanloop alleen al was prachtig. We doken vanaf de weg meteen het bos in en door een prachtig wit besneeuwd bos liepen we, met onze stijgijzers al aan, over een bevroren beek naar het begin van de route.

Op het traject van 120 hoogtemeters zouden we in drie of vier touwlengtes de hele waterval proberen te beklimmen. De moeilijkheid liep uiteen van WI2 tot WI3, dus qua klimtechniek was dit goed te doen.

Een multipitch route bestaat uit meerdere touwlengtes. Een pitch is hierbij dus een touwlengte. Waar je bij een singlepitch route weer door je zekeraar naar beneden wordt gelaten als je boven bent, wisselen bij een multipitch de rollen om. Als de klimmer eenmaal aan het eind van een pitch is, bouwt de klimmer een standplaats, waaraan deze niet alleen zichzelf zekert, maar ook de zekeraar. De zekeraar kan dan vervolgens naar boven klimmen en dan begint het spelletje weer opnieuw voor de volgende touwlengte.

De omgeving waarin we klommen was werkelijk prachtig. Niet alleen was het ijs van prima kwaliteit, we waren in een prachtig bos en het enige geluid dat je hoorde was het ruisen van de wind, af en toe vogels of een verdwaalde auto op de weg beneden. En de lucht boven ons was staalblauw en tegenstelling tot gisteren werden we niet gestoord door andere klimmers.

Toen we eenmaal boven waren, moest we natuurlijk ook weer naar beneden en dat deden we door te abseilen. Na een geweldige tocht waar we uiteindelijk de hele dag over hadden gedaan, waren we rond drie uur ’s middags weer beneden. We sloten de dag af met een welverdiende kop koffie in het nabijgelegen wintersportdorp Ochsengarten. Ook hier namen we de dag van vandaag weer door, evenals die van morgen. En dat zou nog een groter avontuur worden!

Donderdag 26 januari

We gingen vandaag nog eerder op pad dan normaal, want we moesten eerst nog anderhalf uur rijden. De bestemming van vandaag lag net buiten het dorpje Zwieselstein, in de buurt van wintersportoord Sölden. Daar eindelijk aangekomen wachtte de gids ons op met zijn auto en we reden nog een eind omhoog, verder het dal in. We reden richting Vent, dat aan de voet van de Wildspitze ligt. De Wildspitze is de één-na-hoogste berg van Oostenrijk en onder ons liep in een diepe kloof een snelstromende rivier door het dal. Vlak voor een immens hoge brug in de weg stopte de gids langs de kant, stapte uit en vertelde ons onze spullen te pakken. We lieten onze auto’s achter en liepen een besneeuwd weilandje in. Aan het eind van het weilandje stond een rijtje bomen. Daar aangekomen vertelde de gids ons onze klimgear om te doen, dus gordel, helmen, stijgijzers, alles.

Al snel werd duidelijk wat de bedoeling was, we gingen namelijk abseilend de kloof in! Eén voor één gingen we naar beneden, naar de bodem van de kloof. Hier zouden we vandaag wat technischere routes kunnen klimmen. We konden hier namelijk op een aantal ijspilaren klimmen, in moeilijkheid variërend van WI 4 tot WI 6-.

De pilaren gingen loodrecht omhoog en het ijs was op sommige plekken vrij hard en dun, dus je moest goed aftasten waar je je bijlen in het ijs kon zetten en hoe hard (of juist niet) je moest slaan.

Gedurende dag wisselden we af tussen de beschikbare routes en liepen we tegen bedoelde en onbedoelde uitdagingen aan. Mijn klimmaatje raakte vermoeid tijdens het klimmen van een best wel uitdagende pilaar en vroeg om een block. Ik weet niet of het door de kou kwam, maar er leek ineens een stuk meer rek in de touwen te zitten dan eerder in de week. Ik trok namelijk het touw waaraan mijn klimmaatje zat behoorlijk strak, maar toch veerde hij een aardig eind terug naar beneden. Toen hing hij dus weer anderhalve meter lager voor het ijs, maar helaas bleek de grip van één van zijn bijlen op het ijs steviger dan die van zijn hand op de bijl. Die laatste was namelijk in het ijs blijven zitten! Dat schiep voor mij echter weer de uitdaging om te proberen of ik de bijl kon gaan halen. Daarvoor moest ik een meter of zes omhoog, langs een behoorlijk pittige route, maar het is me wel gelukt!

Op de bodem van deze kloof was het voor mijn gevoel een stuk kouder dan op de locaties waar we tot nu toe hadden geklommen. Ik had het op zich niet echt koud, maar ik merkte de kou wel aan andere dingen. Ik was namelijk gewoon niet zo scherp vandaag. Les één van ijsklimtechniek is bijvoorbeeld dat je je stijgijzers recht naar voren tegen het ijs plaatst, dus met je tenen. En nooit zijwaarts. Als je je voeten zijwaarts plaatst, heb je veel minder grip en glijd je veel makkelijker uit. En dat gebeurde dus ook. Ik had een paar passen gezet in een route en doordat ik niet goed oplette, zette ik mijn voet toch zijwaarts neer. Daarop gleed ik uit en lag ik op de grond. Afgezien van een blauwe plek was er niets aan de hand, maar dat was eerder geluk dan wijsheid.

Een ander voorbeeld. Tijdens het klimmen wordt in het ijs geschopt en gehakt en waar gehakt wordt, vallen spaanders. Soms zijn die wat groter. Op een gegeven moment werd ik tijdens het zekeren vol op mijn oor geraakt door een wat groter stuk ijs dat ik niet had zien aankomen. Dat deed behoorlijk zeer, dus toen mijn klimmaatje weer veilig beneden was, wilde ik even kijken of het bloedde. Geschrokken klikte ik het gespje van mijn helm los, zodat ik even met mijn hand over mijn oor kon deppen. Gelukkig bloedde het niet, maar terwijl ik dat deed, vergat ik volledig dat ik drie seconden eerder mijn helm had los geklikt en dat deze nu los op mijn hoofd stond. Ik kijk een keer omhoog en mijn helm kukelt pardoes van mijn hoofd op de grond en bijna de rivier in. Mijn helm belandde gelukkig niet in het water, maar ook dit was weer meer geluk dan wijsheid.

Als ik vandaag één ding heb geleerd, dan is het dat je in dit soort koude omstandigheden voortdurend heel actief je hoofd erbij moet houden, want je maakt blijkbaar veel sneller dan normaal een fout. En dit soort fouten kunnen je hier duur komen te staan.

Toen de middag een eind was gevorderd, werd het tijd om weer terug te gaan. Naar boven, naar de auto’s, naar de warmte en een kop koffie. Maar wij stonden op de bodem van een kloof, zonder trap en zonder wandelpad. Dus hoe gingen we dat doen?

Door uit de kloof te klimmen! Dat was nog eens klimmen met commitment. We gingen langs twee routes naar boven. Mijn maatje en ik gingen van bovenaf top-rope gezekerd naar boven langs een ijspilaar die qua moeilijkheid iets vriendelijker was. Dat mocht voor mij ook wel, want we klommen na een hele dag bezig geweest te zijn met rugzak en al naar boven. Dat was hard werken, maar uiteindelijk waren we er wel.

Het andere stel van de cursus had de aanpak voor gevorderden gekozen. Hun route was een stuk moeilijker qua ijs en ze klommen ook nog eens zelf de route voor en weer na. Dat betekent dus ook zelf boren plaatsen en weer weghalen. Dat was mij niet meer gelukt na zo’n dag denk ik.

Uiteindelijk stonden we wel met zijn vijven weer veilig boven in het weilandje. We besloten op de terugweg nog even te stoppen voor een warme cappuccino in Sölden. Wat een contrast is dat als je net uit zo’n kloof komt! In dit wintersportdorp zijn ineens overal mensen en toeterende auto’s en winkels en bars. Even een kleine cultuurshock.

Vrijdag 27 januari

Deze vrijdag was alweer de laatste dag van de cursus! Maar daarom zeker niet minder mooi en leerzaam. We gingen weer terug naar de Bafflfall, waar we maandag ook waren geweest. Maar waar we maandag alleen nog wat korte stukjes hadden geklommen, zouden we nu helemaal naar boven gaan! Qua moeilijkheid was de waterval goed te doen, maar het was wel een traject van 110 meter omhoog en we moesten natuurlijk al onze multipitch skills uit de kast halen.

We konden hier ook niet abseilen, want na ons kwamen nog andere klimmers. De gids had gezegd dat we na afloop via een wandelpad zouden afdalen, maar daarover later meer.

De route naar boven was zeer divers, met stukjes die loodrecht omhoog gingen, maar ook met zo goed als vlakke plateaus. Ook het ijs was niet overal hetzelfde. Sommige stukken waren keihard, andere stukken heel fragiel. Het uitzicht was wel altijd fenomenaal.

De waterval werd naar boven toe steeds smaller en eenmaal boven moest je je echt tussen de rotsblokken, boomwortels en graspollen door de kant op wringen, maar uiteindelijk waren we er wel! Na drie uur klimmen waren we boven aan de Bafflfall en hadden we onze tweede multipitch van de week gedaan!

Maar nu moesten we wel weer naar beneden. Het paadje dat bovenlangs de waterval liep, was niet bepaald een paadje waar je gewoon op het gemakje over naar beneden kon kuieren. Eigenlijk moest je gewoon over de soms zeer steile helling naast de waterval naar beneden klimmen en klauteren en soms kon je inderdaad een stukje lopen. Met bergsport ben je nooit beneden tot je daadwerkelijk beneden bent, dat blijkt maar weer.

Maar uiteindelijk zat het er dan toch op. In de loop van de middag waren we weer terug bij het hotel en konden we terugkijken op een heel leerzame, gezellige en onwijs gave week. We hadden veel gezien, gedaan en geleerd en het fascinerende aan ijsklimmen is dat je op plekken kunt komen, die het grootste deel van het jaar überhaupt niet bestaan. IJsklimmen zelf vind ik heel gaaf, maar soms ook intimiderend. Intimiderend, omdat je als mens niet gemaakt bent om op ijs te zijn en te klimmen, maar wij deden het toch.

Auteur

m.g.vandijk1@gmail.com

Gerelateerde artikelen

Klimmen in Zwitserland, deel 2: in het diepe op de Nadelhorn

Geschatte leestijd: 10 minuten Inmiddels had ik mijn groepje mede-klimmers en de gidsen ontmoet en waren we aardig geacclimatiseerd. We waren inmiddels...

Lees alles voor

Klimmen in Zwitserland, deel 3 (slot): het klimaat zegt nee

Geschatte leestijd: 12 minuten Gisteren hadden we de Nadelhorn beklommen. Dat was een prachtige, enerverende en vooral ook hele lange tocht geweest....

Lees alles voor

Mont Blanc Blog: de Mont Balcon hebben we nu wel gezien – deel 2 [slot]

Geschatte leestijd: 24 minuten In deel één van mijn bergreis in Corona-tijd vertoefde ik in de afgelegen, prachtige bergen van de Spaanse...

Lees alles voor

Mont Blanc Blog: de Mont Balcon hebben we nu wel gezien – deel 1

Geschatte leestijd: 19 minuten Het is natuurlijk een zeer bewogen voorjaar geweest. Zo ongeveer alles stond op zijn kop door het coronavirus...

Lees alles voor

Mont Blanc Blog – Ja, je kan de berg op, maar liever ben je eerlijk naar jezelf.

Geschatte leestijd: 4 minuten Alweer een klein half jaar geleden heb ik voor mezelf een manifest geschreven. Een heus Mont Blanc Manifest...

Lees alles voor