Geschatte leestijd: 2 minuten
Wat een tocht was dat! Gisteren heb ik in de heuvels bij Nijmegen de bijna gelijknamige hardloopklassieker gelopen. Vijftien kilometer over vals plat, steile hellingen, een klein stukje vlak en vervolgens nog twee hele steile hellingen en nog meer lange stukken vals plat waar soms geen eind aan leek te komen. En als er dan een eind aan kwam, begon het een bochtje later gewoon weer opnieuw. En dan, na 13 kilometer gaat het eindelijk weer een stuk naar beneden tot aan de finish op 15 kilometer.
De weersverwachting was vooraf niet best, maar eenmaal ter plaatste zag het er naar uit dat het de hele middag droog zou blijven. Ik was bang dat ik net als vorig jaar de tocht in de stromende regen zou moeten lopen, maar dat bleek uiteindelijk niet zo te zijn. De zon brak hier en daar zelfs eventjes door! Alleen de harde wind was hier en daar wat hinderlijk.
Ik had gehoopt onder mijn tijd van 1:40:44.00 van vorig jaar te kunnen duiken en het zag er lange tijd naar uit dat dat ook zou gaan lukken. Tot een kilometer of negen lag ik nog op koers voor een tijd van rond de 1:36, maar uiteindelijk deden twee dingen me toch de das om. In mijn herinnering zitten er namelijk in de achtste de negende kilometer twee hele steile hellingen en kun je daarna vlak lopend en afdalend naar de finish. Dat bleek niet zo te zijn. Vlak na de elfde kilometer gaat het namelijk weer even kort steil omhoog en daarna volgt ook nog een stuk vals plat omhoog van een paar honderd meter. Vooral het onverwachte daarvan en dat je het einde niet kunt zien maakte het erg zwaar.
Het tweede mentale struikelblok volgde tegen het eind van de elfde kilometer. Of althans dat dacht ik. Hele kilometers worden tijdens de tocht aangegeven op blauwe borden met witte cijfers. Als je na het bos weer in de bebouwde kom komt, kun je een eindje voor je een blauw bord met iets wits zien staan. ‘Yes, daar is de twaalfde kilometer!’, dacht ik toen. Mis. Het bleek toen ik dichterbij kwam een bord met een ‘i’ dat bij plattegronden en bushokjes staat te zijn. Maar op 150 meter afstand hardlopend met al 11 kilometer in de benen zie je het verschil niet. En daarna duurt het nog ein-de-loos voordat je daadwerkelijk het 12-kilometer bord tegen komt. Hier was ik vorig jaar ook al ingetrapt en ik had er nog aan gedacht dat dat eerste bordje níét het twaalfde kilometerbord is, maar het negeren lukte me toch niet.
Na de laatste drie kilometer zwoegen kwam ik dan eindelijk na een officiële netto tijd van 1:41:28 over de finish. Net iets langzamer dan vorig jaar, maar ik ben er toch best tevreden mee.
Na deze week houdt het lopen echter nog niet op, want komende zondag staat er weer een hardlooptocht op het programma. Dit is de Velsertunnelrun. Deze is weliswaar maar net iets langer dan de helft van de Zevenheuvelenloop, maar bevat wel een klim van ongeveer driehonderd meter de tunnel uit. Ik ben benieuwd hoe ik dat ga trekken. Will keep you posted!