×

Haarlem, 18 mei 2019

In mijn jeugd was ik totaal niet sportief en totaal niet avontuurlijk. In mijn vrije tijd zat ik het grootste deel van mijn tijd binnen achter mijn computer spelletjes te spelen en later met vrienden in de dorpskroeg. Sporten? Deed ik niet aan. Ik kon niet rennen en niet springen, want ik ‘had last van mijn knieën’. Ik zat wel eens in een roeiboot, maar meestal maar kort, want ja die knieën. Lange wandelingen maken? De bergen in? Dat deed ik met ouders als kind, maar daarna bestond dat helemaal niet in mijn universum. Dat kon ik immers toch niet.

Dat veranderde op een regenachtige zaterdagavond in november 2012. Ik zat toen met een vriend die ik lang niet had gezien in, jawel, de kroeg en hij vroeg mij toen op de man af of ik niet eens moest gaan sporten. Hij was zelf al lang heel fanatiek met fitness bezig en hij vond dat ik dat ook wel kon gebruiken. Ik besloot het er op te wagen en ik ging de week erop met hem mee. De eerste oefening die hij mij liet doen was gedurende 10 minuten op een snelheid van 9 kilometer per uur rennen op een loopband. Zonder helling of dat soort fratsen. Ik was kapot daarna.

Maar wel hooked. Want wat een energie en zelfvertrouwen en positiviteit kreeg ik ervoor terug. Sindsdien heb ik nauwelijks een week overgeslagen en ben nog steeds aan het hardlopen en ik doe aan CrossFit. We gaan even fast forward naar het voorjaar van 2016. Ik vertelde een vriendin van me dat ik al een paar jaar intensief aan het crossfitten en hardlopen was en zij vroeg mij waarom ik dat eigenlijk allemaal deed. Wat was mijn doel met dat alles? Toen realiseerde ik me dat ik dat eigenlijk helemaal niet wist. Maar ik wilde er ook niet mee stoppen, want dan zou ik weer die oude couch potato van vroeger worden. Een doemscenario.

Een paar maanden daarna was ik op een groepsreis door Marokko aan het reizen en bij die reis zat ook een vierdaagse trekking door de Atlas. Tijdens die wandeling realiseerde ik me weer hoe leuk ik dat eigenlijk vond en hoe mooi de bergen zijn. Juist ook die stukken waar je alleen lopend kan komen. Tijdens die trekking vertelde een van mijn reisgenoten over een reis waar ze over had gelezen, namelijk een trekking naar Annapurna Base Camp in Nepal. Een tocht van elf dagen door de Himalaya naar een hoogte van 4100 meter.

Dat leek mij ontzettend, gaaf maar ik dacht toen dat ik daar echt niet fit genoeg voor zou zijn. Maar wat ik niet was kon ik wel worden vond ik. Dus daarom besloot ik dat ik eind 2017 naar Nepal zou gaan en dat dit mijn doel zou worden om voor te gaan trainen.

Inmiddels zit deze tocht al lang en breed in de pocket en heb ik alweer nog een tocht naar Nepal ondernomen, namelijk een trekking naar Everest Base Camp. Dit was echt een waanzinnige reis en die had ik nooit kunnen maken zonder deze voorgeschiedenis van sporten en mezelf af te vragen waarom ik het eigenlijk allemaal doe.

En wat is dan nu nog mijn droom, nu ik naar Annapurna Base Camp en zelfs naar Everest Base Camp ben geweest?

Ik hoorde laatst iemand over het beklimmen van de Mont Blanc. Maar wat ik nu niet ben kan ik wel worden.

Auteur

m.g.vandijk1@gmail.com