×

Geschatte leestijd: 10 minuten

Na een prachtige week op de Mont Blanc vorig jaar wilde ik dit jaar zeker weer naar de Alpen, maar waarheen precies? Na enig wikken en wegen werd het Wallis in Zwitserland. Hier bevindt zich één van de mooiste berggebieden die ik tot nu heb gezien. Rondom het dorpje Saas-Fee liggen tientallen schitterende bergen en ook de iconische Matterhorn ligt hier niet ver vandaan. Wat volgde was een week met vele mooie momenten. Het zou echter ook een week worden, waarin ik mezelf op één ochtend meerdere keren ongenadig hard zou tegenkomen. Daarnaast zouden we geconfronteerd worden met de gevolgen van de opwarming van de aarde, waardoor onze plannen in de war geschopt werden.

Dag 1: 8 juli, eerste acclimatisatiedag, wandelen naar Plattjen (2500 meter)

Na een lange dag in de auto was het dan zover. Ik was eindelijk in Saas-Fee en ik kon gaan wandelen! Deze eerste dag deed ik het nog rustig aan. Mijn eerste wandeling ging naar het uitstappunt van een skilift, genaamd Plattjen. Het dorpje Saas-Fee ligt op 1800 meter en mijn wandeling van vandaag zou mij door een bos en langs alpenweiden met koeien naar een hoogte van 2500 meter voeren. Dat leek me een mooi en ontspannen begin van de week! Bovenaan had ik een mooie lunchplek gevonden op een rotsblok, waarvandaan ik een prachtig uitzicht had op het Saastal en de omringende bergtoppen.

Dag 2: 9 juli, tweede acclimatisatiedag, wandelen naar Gibidum (2760 meter)

Ging ik op mijn eerste wandeldag nog alleen naar boven, op dag twee hoefde dat niet meer. Gisteravond had ik al kennisgemaakt met één van mijn groepsgenoten en we hadden afgesproken vandaag samen een tocht door de bergen te maken. ’s Ochtends gingen we eerst met een kabelbaantje omhoog vanuit Saas-Fee naar 2300 meter. Beneden in het dorp was het al vroeg warm, dus het was fijn om weer de hoogte in te kunnen. Vanuit de kabelbaan gingen we via een geitenpaadje verder omhoog naar een punt genaamd Mällig, op ruim 2500 meter. Van daar stegen we nog door naar ruim 2700 meter. Hier hielden we even halt voor een lunch en genoten we wederom van een prachtig uitzicht over een zonovergoten Saastal! Onderweg naar het topje rende er zelfs nog een grote marmot over het pad voor ons uit.

Na een korte stop op dit topje begonnen we aan de afdaling. We liepen langs de andere kant van de heuvel weer naar beneden over een pad dat hier en daar wel wat steil was en waar ook wel aardig wat losse kiezels op lagen. Nog een tikje onwennig ging ik daar wat langzamer vanaf dan mijn wandelgenoot, maar het was wel een mooi opwarmertje voor wat later die week komen zou. Terwijl ik daar nog wat aarzelend over die steile helling een weg naar beneden zocht, hoorde ik ineens heel veel kiezels achter mij naar beneden schuiven. Ik keek om en tot mijn verbazing kwam daar ineens een vent op een mountainbike van dat smalle, steile paadje met losse steentjes af rijden. Hij zei volkomen relaxed gedag en fietste weer door. Dat zette bij mij wel een knop om, want als hij er kennelijk geen moeite mee had om dat paadje af te fietsen, waarom zou ik er dan moeite mee hebben op het af te lopen? Voortaan zou ik mijn voeten het werk laten doen in plaats van mijn brein. Vanaf dat moment ging het naar beneden lopen ook meteen een stuk ontspannener en sneller.

Rond het middaguur waren we weer terug in het dorp, dus we hadden nog tijd voor een tweede avontuur. Het leek ons goed om nog even de hoogte op te zoeken, dus we spraken af om na een korte opfrisstop in onze hotels nog even de kabelbaan naar het station Felskinn te pakken. Dat ligt op 2989 meter hoogte, dus dat leek ons een mooie stop voor wat extra acclimatisatie. Vanuit dit station zouden we later in de week ook naar de Britanniahütte en de Allalinhorn gaan. In het restaurantje bij het station bestelden we een stuk gebak en een grote apfelschorle en daarna moesten we meteen weer naar beneden. Het was inmiddels 16:00u en dat was de laatste afvaart van de gondel.

’s Avonds was ook de derde reisgenoot uit ons groepje aangekomen in Saas-Fee, dus we spraken af om met zijn drieën wat te gaan eten in het dorp.

Dag 3: 10 juli, wandelen naar de Britanniahütte en met een metro door de berg

Voor vandaag hadden we het plan opgevat om weer met de kabelbaan naar Felskinn te gaan en vanaf daar naar de Britanniahütte te wandelen. Dat zou een vrij korte wandeling zijn, maar wel een die over Alpien terrein zou gaan en boven de drieduizend meter zou zijn. De wandeling naar de hut duurde iets meer dan een uur. Het eerste stuk ging over een groot, breed spoor dat over een gletsjer voerde. Vandaag was dit pad nog goed begaanbaar en ook dagjesmensen op gympjes waagden zich aan een oversteek van de gletsjer.

Aan het einde van de gletsjer volgde een afdaling naar de bodem van een soort morenevallei. Tegen de rotswanden zaten nog wat laatste stukken ijs van de gletsjer die hier ooit gelegen moet hebben, maar vandaag de dag bleek daar niets meer van over. Op de steilere stukken van de rotswanden kwam ook nog regelmatig puin en steenslag naar beneden als gevolg van het smelten van de gletsjer. Gelukkig liep het pad midden door de vallei, dus voor ons was dat verder geen risico. Wel bood de vallei, die uit niets anders dan stenen en hier en daar wat kleine meertjes en riviertjes van smeltwater bestond, een wat troosteloze aanblik. Zeker als je bedenkt dat die vallei ooit gevuld moet zijn geweest met een gletsjer.

Na op het terras van de hut een drankje gedaan te hebben, beklommen we de Klein Allalin. Dit bergje lag pal naast de hut en was een mooi uitzichtpunt om een broodje te eten. Je had vanaf hier een prachtig uitzicht op heel veel toppen in de omgeving, waaronder de Allalinhorn. Die berg zou de tweede zijn om de komende week te beklimmen.

Toen we wel weer uitgepauzeerd waren, gingen we terug naar de Felskinn kabelbaan. Vanaf het kabelbaanstation kun je ook een metro nemen. Ja, u leest het goed: een metro. Deze metro voert van Felskinn naar het Mittel Allalin revolving restaurant. Voor het lieve sommetje van 45 Zwitserse frank brengt een metrostel je dwars door de berg nog 500 meter hoger, naar Mittel Allalin. In de winter is dit een skigebied, maar in de zomer het startpunt voor dagtochten naar de Allalinhorn. Deze berg zouden we vandaag nog niet op gaan, maar je kon hem wel van heel dichtbij bewonderen. Het eindpunt van de metro ligt op 3457 meter, dus ook dit droeg mooi bij aan onze acclimatisatie. Na hier buiten wat foto’s te hebben gemaakt, besloten we nog wat te drinken in het Revolving Restaurant. Dit restaurant draait daadwerkelijk rond en biedt zodoende een waanzinnig uitzicht op de vallei en de bergen.

’s Avonds gingen we wederom gezellig wat eten in Saas-Fee. We schoven aan op een terras van een restaurant waar ze allerlei huisgemaakte hamburgers op de kaart hadden staan en dat ging er bij mij wel in na een hele dag in het hooggebergte. Verder vermaakten we ons met het gadeslaan van drie straalbezopen Zwitsers een tafel verderop. Alle drie waren ze de zestig wel gepasseerd, maar desondanks zo zat als een aap en behoorlijk melig en vrolijk alsof ze nog maar zestien waren. Hun Zwitserduits verstonden we niet, maar ze deden wel doorlopend de raarste dierengeluiden na, zonder zich kennelijk ook maar een seconde druk te maken over wat de rest van het terras daarvan vond. Ik moet zeggen dat ik ergens toch wel bewondering heb voor de joie de vivre van die mensen.

Dag 4: 11 juli, met de kabelbaan naar Hohsaas en ontmoeting met de rest van de groep

Vandaag verkasten we vanuit Saas-Fee naar het nabij gelegen Saas-Grund. Aan het eind van de dag zouden we hier bij een pension de rest van ons groepje ontmoeten, evenals de gidsen.

Voor die tijd hadden we echter besloten om eerst nog met de kabelbaan naar Hohsaas te gaan. Dit is een skigebied aan de voet van de Weissmies op ongeveer 3200 meter hoogte. Hier maakten we een kort tochtje over het blokkenterrein rondom het kabelbaanstation en daarna daalden we via een wandelpad af naar de Weissmieshütte en uiteindelijk naar Kreuzboden. Vanaf daar ging namelijk de kabelbaan weer terug naar het dal. Omdat je hier eigenlijk over een sneeuwloze skipiste loopt, biedt het landschap hier een wat naargeestige aanblik, zo midden in de zomer. Je loopt door een soort rotswoestijn en af en toe loop je onder een paddenstoelenliftje door, waarvan de zitjes meters hoger stil in de lucht hangen, wachtend op de sneeuw die hopelijk komende winter weer meer gaat vallen.

Tegen het einde van de middag waren we weer beneden en besloten we richting ons pension te gaan. Hier waren onze andere twee groepsgenoten inmiddels ook aangekomen, evenals een van onze twee gidsen.

Dag 5 – 12 juli, op naar de Mischabelhütte (3340 meter)

Nadat ook de hoofdgids was aangesloten bij de groep, waren we compleet en konden we op pad! Voor vandaag stond de aanloop naar de Mischabelhütte op het programma. Deze hut vormt het startpunt voor tochten door het gelijknamige bergmassief erboven. Het Mischabelmassief ligt tussen het Saastal en het Mattertal en bestaat uit een hele reeks toppen van boven de 4000 meter. Ons doel van de volgende dag was de Nadelhorn. Deze berg is met 4327 meter de twee-na-hoogste van het massief. Eventueel zou er nog de mogelijkheid zijn om vanaf de Nadelhorn door te gaan naar de naastgelegen Stecknadelhorn. Dat zou in de loop van de tocht wel besloten moeten worden of dat er in zit.

Voor vandaag was het doel echter de hut. Dat betekende dat wij met volle bepakking weer terug naar Saas-Fee gingen en daar weer met de kabelbaan naar Hännig op 2300 meter gingen. Dit is dezelfde kabelbaan als waar we zaterdag mee naar boven waren gegaan, maar nu gingen we bovenaan linksaf in plaats van rechtsaf. Vanuit de kabelbaan volgde een mooie wandeling langs de bergwand naar een alpien pad dat ons over een rotsgraat naar de hut zou voeren. Een alpien pad wil zeggen dat je regelmatig moet klauteren over de rotsen en dat er hier en daar zekeringen zijn aangebracht in de vorm van staalkabels en opstapjes. Hier moesten ook de helmen op tegen mogelijke steenslag en gingen we aan touw. Rond het middaguur kwamen we bij de hut en hadden we de rest van de middag en avond rust voor wat morgen komen zou. Vandaag hadden we immers 1000 meter geklommen en morgen zouden we weer 1000 meter stijgen én 2000 meter afdalen. We hadden dus een lange dag voor de boeg.

Hoewel ik nog nooit echt last had gehad van hoogte en we eerder die week al eens hoger waren geweest, had ik moeite om mijn avondeten weg te krijgen. Mijn groepsgenoten zeiden ook dat ik op enig moment nogal wit wegtrok. Ik was even bang dat het met de hoogte te maken had, maar ik had verder geen hoofdpijn of misselijk gevoel. Ik had alleen totaal geen eetlust. Was het toch de hoogte? Was het vermoeidheid? Was het misschien een angst voor de berg van morgen? Ik had me op Youtube al wel ‘ingekeken’ (als in inlezen 2.0) op de route van de volgende dag en het was me al wel duidelijk dat er een aantal rotsformaties gepasseerd moest worden die een stuk technischer waren dan het soort rots wat ik tot dan toe had beklommen. De rotswand in de normaalroute van de Mont Blanc van vorig jaar was niet moeilijk, maar vooral erg lang en de andere bergen die ik in voorgaande jaren had gedaan waren vergeleken hierbij tamelijk overzichtelijke blokkendoosjes geweest. De route van morgen ging namelijk over hele scherpe, geëxponeerde, smalle rotsen die ook nog eens boven op een hoge smalle sneeuwgraat gesitueerd waren. De filmpjes die ik hiervan op Youtube had gezien gaven me het gevoel dat je hier over de punt van een naald moest klimmen, dus wat dat betreft deed deze berg haar naam wel eer aan. Zie hieronder een kort filmpje dat wel een aardig beeld geeft.

Een filmpje van de route op de Nadelhorn, gemaakt in 2016. Er lag bij ons wel veel minder sneeuw, maar het algemene beeld is aardig representatief.

Maar vies van een uitdaging ben ik echter niet, dus ik zou wel zien hoe de route in het echt voor mij zou zijn en voelen. Dat is toch nog altijd een groot verschil ten opzichte van een Youtube-filmpje van iemand anders. Die avond gingen we al rond 21:00 naar bed. Gelukkig bleek slapen op deze hoogte geen probleem, want ik was eigenlijk meteen vertrokken toen ik in bed lag.

De volgende ochtend zou om 03:00u het avontuur al beginnen. Lees hier verder in deel twee.

Auteur

m.g.vandijk1@gmail.com

Gerelateerde artikelen

“Cool! Ga je dan skiën of boarden?”

Geschatte leestijd: 15 minuten Negen van de tien keer dat ik vertelde dat ik in januari naar Oostenrijk ging, kreeg ik deze...

Lees alles voor

Klimmen in Zwitserland, deel 2: in het diepe op de Nadelhorn

Geschatte leestijd: 10 minuten Inmiddels had ik mijn groepje mede-klimmers en de gidsen ontmoet en waren we aardig geacclimatiseerd. We waren inmiddels...

Lees alles voor

Klimmen in Zwitserland, deel 3 (slot): het klimaat zegt nee

Geschatte leestijd: 12 minuten Gisteren hadden we de Nadelhorn beklommen. Dat was een prachtige, enerverende en vooral ook hele lange tocht geweest....

Lees alles voor

Mont Blanc Blog: de Mont Balcon hebben we nu wel gezien – deel 2 [slot]

Geschatte leestijd: 24 minuten In deel één van mijn bergreis in Corona-tijd vertoefde ik in de afgelegen, prachtige bergen van de Spaanse...

Lees alles voor

Mont Blanc Blog: de Mont Balcon hebben we nu wel gezien – deel 1

Geschatte leestijd: 19 minuten Het is natuurlijk een zeer bewogen voorjaar geweest. Zo ongeveer alles stond op zijn kop door het coronavirus...

Lees alles voor

Mont Blanc Blog: Doelen stellen in tijden van Corona

Geschatte leestijd: 5 minuten Je kan nu niet naar de klimhal, niet deelnemen aan een hardloopevenement, niet naar de bergen, niet naar...

Lees alles voor